Nieuwe bekostigingssystematiek lwoo en pro op zijn vroegst in 2025 ingevoerd

Het ministerie van OCW werkt momenteel aan een nieuwe verdelingssystematiek voor de gelden voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro). Inmiddels is duidelijk geworden dat deze nieuwe systematiek niet voor 2025 ingevoerd zal worden.

In afwachting van de nieuwe bekostigingssystematiek is de bekostiging voor lwoo en pro bij de invoering van passend onderwijs bevroren. Dit betekent dat het beschikbare geld momenteel nog worden verdeeld op basis van de aantallen leerlingen lwoo en pro die de samenwerkingsverbanden hadden op 1 oktober 2012. Omdat de werkelijke aantallen leerlingen lwoo en pro steeds meer afwijken van die in 2012, is dit een zeer onwenselijke situatie.

Recent is echter duidelijk geworden dat het ontwikkelproces van de nieuwe bekostigingssystematiek voor het lwoo tijdelijk wordt geparkeerd, in verband met de activiteiten in het kader van het Nationaal Programma Onderwijs. De verwachting is dat het traject in het najaar weer verder gaat. Concreet betekent dit dat het wetstraject voor de nieuwe wijze van bekostiging lwoo pas na februari 2022 kan worden gestart en dat deze bekostigingssystematiek op zijn vroegst per 1 januari 2025 gaat gelden.

Nieuwe bekostingsysstematiek pro

Zoals in november 2020 aangekondigd – in de reactie op de evaluatie van passend onderwijs – gaat het ministerie van OCW ook een verkenning uitvoeren naar een geschikte bekostigingssystematiek voor het praktijkonderwijs. Zoals in ‘verbeterpunt 25’ van de reactie vermeld staat, is directe bekostiging van het pro één van de scenario’s.

OCW heeft aangegeven de nieuwe bekostingsysstematieken voor het lwoo en pro gelijktijdig te willen invoeren.

Het ontwikkelproces tot nu

Op verzoek van het ministerie van OCW ontwikkelde het CBS in 2020 een nieuwe indicator op basis waarvan de lwoo-middelen in de toekomst verdeeld zouden kunnen worden. Na nader onderzoek werd vervolgens eind 2020 geconcludeerd dat deze indicator in principe geschikt is.

Er is echter nog vervolgonderzoek nodig. De reden hiervoor is dat met de indicator die er nu ligt, alleen op het niveau van de leerlingen de zogenoemde onderwijsscores berekend kunnen worden, die een indicatie geven van hun verwachte onderwijsachterstand. OCW bekostigt echter niet op het niveau van leerlingen, maar op het niveau van samenwerkingsverbanden. De onderwijsscores van leerlingen moeten dus per samenwerkingsverband nog met een zogenoemde aggregatieformule worden opgeteld tot een achterstandsscore per swv. OCW heeft CBS de opdracht gegeven om verschillende aggregatieformules toe te passen en te adviseren over de meest geschikte. Daarbij wil het ministerie dat er een vergelijking wordt gemaakt met de budgetten die de samenwerkingsverbanden op basis van het huidige criterium ontvangen.

Zeventien samenwerkingsverbanden hebben in maart 2021 een voorstel bij OCW ingediend om bij een drietal swv’s de data en berekeningen van het CBS toe te passen om te komen tot een verdeelsleutel voor de verdeling van middelen binnen het samenwerkingsverband. De Sectorraad swv vo heeft een vertegenwoordiger van deze zeventien swv’s voorgedragen voor de begeleidingscommissie van OCW, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de nieuwe bekostigingssystematiek. Ook de VO-raad heeft zitting in deze commissie.

Bron: Steunpunt Passend Onderwijs