Vmbo-scholen bepalen zelf of en hoe zij LWOO aanbieden. Bijvoorbeeld door:
Om vast te stellen of een leerling in aanmerking komt voor LWOO, wordt er getest op leerachterstanden. Een leerling die voldoet aan de criteria krijgt een zogeheten ‘aanwijzing’ voor LWOO.
Toelaatbaar tot het leerwegondersteunend onderwijs zijn leerlingen met:
Vorig schooljaar is bij wijze van proef het IQ-criterium losgelaten voor leerlingen in het LWOO. Ook dit jaar zal dat het geval zijn. Dit betekent dat een leerling die op twee van de vier gebieden, waaronder in ieder geval begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen, een leerachterstand heeft tussen 25 en 50% in aanmerking komt voor LWOO. Ook wanneer het IQ hoger is dan 90.
Het gevolg is, dat we standaard niet meer het IQ testen en sociaal emotionele problematiek onderzoeken. Voor leerlingen met meer complexe problematiek en leerlingen in het grijze gebied kan een IQ-onderzoek soms de informatie geven die nodig is om de beste plek in het VO te bepalen. Dit kan de uitkomst zijn van overleg tussen de desbetreffende IB-er en een gedragsdeskundige van de PCL. In dat geval kiezen we weer voor de ADIT; af te nemen binnen de eigen school onder begeleiding van AVision.
Klik hier voor de handleiding voor de toekenning LWOO en PrO instroom schooljaar 2021-2022.