Basisondersteuning

Alle scholen die aangesloten zijn bij Stichting Leerlingenzorg NW-Veluwe bieden basisondersteuning. Onder basisondersteuning verstaan we de ondersteuning die elke school biedt aan leerlingen die deze nodig hebben, zoals extra leerstof voor leerlingen met taal- of rekenachterstand of extra gesprekken met de mentor. Ook hulp voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie hoort bij de basisondersteuning. 

Als een leerling méér ondersteuning nodig heeft dan binnen de basisondersteuning kan worden gegeven, kan de leerling worden aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De PCL kijkt in overleg met de school, ouders en leerling welk passend traject wenselijk is.

Als de basisondersteuning niet voldoende is voor een leerling, is er extra ondersteuning of gespecialiseerde ondersteuning mogelijk.

 

LWOO en PrO

Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO)* en praktijkonderwijs (PrO) zijn vormen van ondersteuning binnen het regulier voortgezet onderwijs en vallen onder de verantwoordelijkheid van Stichting Leerlingenzorg NW-Veluwe. Per leerling kan goed worden afgewogen welke ondersteuning het beste past en waar in de regio die ondersteuning kan worden gegeven.

Praktijkonderwijs (PrO)

Praktijkonderwijs (PrO) is één van de vier vormen van voorgezet onderwijs voor leerlingen van 12 tot 18 jaar. Praktijkonderwijs bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op de maatschappij. Alle leerlingen volgen een eigen ontwikkelplan. Leren, werken, redzaamheid, burgerschap en vrije tijd zijn daarbij belangrijke aspecten.
De lessen in het praktijkonderwijs richten zich op:

  • theoretisch onderwijs;
  • beroepspraktijkvorming, zoals praktijkleren en begeleide stage;
  • redzaamheidstraining met opdrachten als boodschappen doen, koken, klussen in huis en zelfstandig reizen;
  • persoonlijkheidsvorming, zodat leerlingen weten waar ze goed in zijn en sterker in hun schoenen staan;
  • arbeidsvaardighedentraining: competenties en vaardigheden leren die nodig zijn om een goede werknemer te zijn.

De meeste leerlingen zitten 4 of 5 jaar op een school voor praktijkonderwijs. Leerlingen behalen naast een getuigschrift en/of schooldiploma ook diploma’s van branche-opleidingen. Na het praktijkonderwijs gaat een groot deel van de leerlingen aan het werk. Een deel van de leerlingen stroomt door naar het mbo.

Voor toelating tot praktijkonderwijs zijn landelijke de volgende toelatingscriteria vastgesteld:

1. Het IQ van de praktijkschoolleerling ligt tussen 55 en 80 (dit moet blijken uit een recent IQ rapport);
2. De leerling heeft een leerachterstand van drie jaar of meer op twee van de volgende domeinen:

    • inzichtelijk rekenen;
    • begrijpend lezen;
    • technisch lezen;
    • spellen

Waarvan één van de domeinen ‘inzichtelijk rekenen’ of ‘begrijpend lezen’ moet zijn.

Een leerling die voldoet aan de criteria krijgt een toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs (TLV PrO). Deze TLV PrO is noodzakelijk voor een inschrijving in het praktijkonderwijs en kan (in overleg met de ouders) door de basisschool of de school voor praktijkonderwijs worden aangevraagd bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van Stichting Leerlingenzorg.